Wat zijn de trends binnen de verschillende types pers? Wat zijn de huidige uitdagingen? Hoe ziet de toekomst eruit? WE MEDIA legt zijn oor te luisteren. Thierry Hugot, CCO en CMO van Groupe Rossel en voorzitter van het departement Digital bij WE MEDIA, geeft ons een stand van zaken voor de Digital-pers.
De nieuwssites van Rossel bereiken maandelijks 4 miljoen digitale lezers en ook andere uitgevers noteren hoge digitale bereikcijfers. In welke mate slagen de uitgevers er in om dat hoge digitale lezersbereik om te zetten in betalende abonnees?
Ik onderscheid drie categorieën in het segment van digitale lezers. Eerst en vooral zijn er de lezers die zich niet registreren op onze sites en ad blockers gebruiken. We slagen er maar moeilijk in om deze groep te commercialiseren. De tweede categorie zijn de geregistreerde en de ingelogde personen op onze websites. Die groep moeten we uitbreiden. Op termijn moeten we ervoor zorgen dat wie niet ingelogd is, onze sites niet kan bezoeken. De derde categorie zijn de abonnees. Er is trouwens een grote groep van traditionele lezers in print die ook digitaal leest, maar er zijn ook steeds meer lezers die exclusief digitaal lezen. Een papieren lezer brengt door de band genomen twee keer meer op dan een digitale lezer voor een uitgever.
We moeten het grote bereik in digital dus trachten te rentabiliseren. De ingelogde personen zorgen ervoor dat we geld kunnen verdienen aan advertenties en data. Bovendien is het voor uitgevers gemakkelijker om ingelogde lezers om te zetten in betalende abonnees. Het wordt nog een heel karwei om dat te bewerkstelligen. Ik geloof dat uitgevers en operators moeten samenwerken om gemeenschappelijke abonnementen te kunnen aanbieden. Ik denk bijvoorbeeld aan een samenwerking tussen Netflix en Le Soir. We moeten abonnees grotere voordelen kunnen bieden, zelfs door samen te werken met spelers die niet aan journalistiek doen. In Frankrijk gebeurt dat al.
Hoe evolueert journalistiek binnen digital? Ontstaan er nieuwe vormen die eigen zijn aan het digitale tijdperk? Onlangs hoorde ik een uitgever spreken over ‘entrepreneurial journalism’ of ‘solution journalism’.
We moeten het onderscheid maken tussen journalisten en redacteurs. Op de redactievloer zijn er best veel nieuwe functies bijgekomen de voorbije jaren. Er zijn de personen die de sociale media moeten updaten en aan doelgroepmarketing doen. Daarnaast zijn er al de technologische tools die te maken hebben met SEO, SEA, KPI en viewability. Wat de journalisten betreft, het is duidelijk dat de journalist in digital snel moet kunnen werken en selecteren, aangezien er elke minuut wel nieuws binnenkomt. Je hebt journalisten die de sites updaten, maar ook journalisten die aan langere dossiers werken. We hebben overigens meer onderzoeksjournalistiek nodig. En dan zijn er nog andere vormen van journalistiek, zoals video en podcast. Daar heb je gespecialiseerde profielen voor nodig of journalisten die behendig zijn met video, podcast, geluid, …
In welke mate wordt er al gebruikgemaakt van AI op de redacties?
We bieden veel van onze journalisten en redacteurs trainingen in AI aan. Ze moeten weten hoe ze die tools als hulpmiddel kunnen inzetten bij hun werk. AI voegt intelligentie toe, ze biedt een analyse van een complex dossier, ze zal verschillende standpunten en ideeën aanreiken waaraan de journalistiek niet gedacht had.
AI zal de journalist niet vervangen. De betrouwbaarheid van de informatie die bezorgd wordt door AI is nog een probleem. AI-tools kunnen hallucineren (het effect dat een groot taalmodel feiten of omstandigheden verzint, nvdr.). Journalisten moeten bij het gebruik ervan dus nog meer dan ooit hun bronnen controleren. Nogmaals, AI is een interessant hulpmiddel, maar momenteel biedt ze niet dezelfde betrouwbaarheid als een journalist.
Bij Rossel bieden we onze werknemers opleidingen in AI aan zodat ze meer en sneller grafieken en beelden kunnen genereren, om aldus onze digitale lezers betere content te bieden. De uitgevers, journalisten en redacteurs die het best met AI overweg kunnen, zullen een voorsprong nemen op de rest. Kortom, ik denk niet dat er een grote revolutie in de journalistiek gaande is. Er zijn veranderingen in de te gebruiken tools, maar niet in de rol van de journalist.
Digital en nu ook AI zorgen ervoor dat er veel meer content kan worden geproduceerd en verspreid. Dat heeft gevolgen voor de werkdruk van journalisten en andere content creators. In welke mate is dat een aandachtspunt voor uitgevers?
Burn-outs komen vandaag in elke sector voor. Ik betwijfel of journalisten er meer onder lijden dan anderen. Ook ik krijg elke twee minuten een e-mail. Ook in de auto-industrie, de mediabureaus, energiesector en talloze andere sectoren heeft digital voor een andere manier van werken gezorgd. Natuurlijk zijn er mensen die zich minder goed aan kunnen aanpassen. We moeten ze uiteraard voorzichtig begeleiden en ondersteunen. Op een redactievloer is het ook belangrijk dat je als redactiechef keuzes maakt en de juiste persoon op het juiste onderwerp zet en ook voor voldoende afwisseling zorgt voor de journalisten. De journalist die aan de Panama Papers werkt en de journalist die meer luchtige zaken covert, is niet dezelfde persoon.
Zie je nieuwe advertentie- of businessmodellen opduiken in dit segment?
Persoonlijk denk ik dat programmatic sterk zal veranderen. Ik ben er niet zeker van dat alle adverteerders zullen doorgaan met ‘open option’. Oké, het is goedkoop, maar het is moeilijk te controleren en elke adverteerder maakt er gebruik van. We evolueren eerder naar programmatic deals.
De tweede evolutie is dat video de bovenhand begint te nemen op display advertising. Video wordt het mainstream kanaal, dankzij de ontwikkelingen in 4G en 5G. Dat zal leiden tot betere en meer kwalitatieve video. Mediamerken zoals Le Soir zullen kwaliteitsplatformen voor video moeten creëren. Verder zal ook het aandeel van native advertising of brand content groter worden.
Een vierde trend die nu ook steeds meer in België begint op te komen, is die van een ander soort reclame die meer verantwoord en maatschappelijk is. Creatieve reclame heeft anno 2023 niet alleen meer als doel om te verkopen, maar ook om te informeren over het product en de maatschappij. Dat laatste kan gaan over het milieu, gendergelijkheid, gelijke kansen en verloning, … Merken hebben bijna een informatieplicht.
Verder is er de ontwikkeling van Retail Media. Tot slot zal reclame, net zoals de artikels, meer gepersonaliseerd worden dankzij AI. Daar is echter meer data voor nodig. Uitgevers en adverteerders zullen veel meer rekening kunnen houden met de interessegebieden van de lezer, het weerbericht, de woonplaats, …
In het verleden was er het jarenlange conflict van de Franstalige pers met Google rond de naburige rechten van jullie content. Is er een parallel te trekken tussen wat Google toen deed en wat generatieve AI-modellen zoals ChatGPT nu doen?
Dat is een probleem en we zijn daarmee bezig. Bij Rossel hebben we net zoals andere Europese uitgevers besloten om de content van onze titels te blokkeren voor AI-robots. Die laatste schrapen al jarenlang content van onze sites. Als ChatGPT onze content vandaag wil doorploegen, zal hij dus niets meer vinden. Waarom? Ten eerste gebruiken die tools onze content zonder de bron te vermelden en herschrijven ze de content, vaak niet op de juiste manier omdat ze niet de finesse van een journalist hebben. Daarnaast worden we er niet voor betaald.
We pleiten er op Europees niveau voor dat AI-bedrijven zoals OpenAI (ChatGPT, nvdr.) transparant moeten zijn over de gebruikte bronnen. Verder willen we ook vergoed worden voor onze naburige rechten, en dit op dezelfde manier zoals Google ons vandaag betaalt. Het kan niet dat onze content gratis wordt gebruikt en gecommercialiseerd. We hebben in het verleden jarenlang een lange strijd gevoerd met Google, maar we kunnen niet accepteren dat Microsoft (hoofdinvesteerder in ChatGPT, nvdr.), dat er nooit mee heeft ingestemd om onze naburige rechten te vergoeden, ChatGPT kan gebruiken om onze content te stelen.
Het laatste woord is hier zeker nog niet over gezegd. Text to speech wordt in de toekomst belangrijk. Morgen zullen we met AI-tools dialogeren. De robots gaan onze content dus lezen en vertalen naar spraak. In een andere vorm dus. Dat vormt een probleem. We bezitten de naburige rechten in tekst, maar ze zullen dat omzetten naar spraak. Ik geef het je op een briefje, de advocaten van beide partijen zullen hier de komende jaren nog een vette kluif aan hebben.
Zin om meer te lezen?