Recht op Vergetelheid versus archivering

Op 22 juni 2021 heeft het Europees Hof voor de rechten van de mens een belangrijk arrest geveld over het recht tot vergetelheid in de archieven van de media. Het Hof heeft bevestigd dat de krant Le Soir de volledige naam van een chauffeur, die veroordeeld was voor een dodelijk verkeersongeval in 1994, uit het digitaal gearchiveerd artikel moet verwijderen op grond van het recht op vergetelheid. De verantwoordelijke uitgever, de groep Rossel, heeft de zaak nu aanhangig gemaakt voor de Grote Kamer van het EHVRM om dit precedent ongedaan te maken.

Cour européenne droits homme

De feiten zijn eenvoudig. Een burger stelt vast dat bij de minste zoektocht naar zijn naam bij Le Soir of Google, onmiddellijk het artikel over het dodelijk ongeval in 1994 verschijnt.

Het arrest van het Hof oordeelt dat het digitale behoud van dit artikel een ernstige en voortdurende schade aanricht aan de reputatie van de bestuurder door hem een digitaal strafblad te bezorgen terwijl zijn straf voorbij is en hij gerehabiliteerd is. Volgens het Hof is de meest efficiënte manier om het privé-leven van de bestuurder te vrijwaren zonder daarbij op een onevenwichtige maier afbreuk te doen aan de vrije meningsuiting van de krant is om het digitaal artikel van Le Soir te anonymiseren door de naam en voornaam van de betrokkene te vervangen door een X.

Het Europees Hof bevestigt daarmee dat het arrest daarover van het Hof van Beroep in België een goed evenwicht heeft gevestigd tussen het privé-leven van de bestuurder en de vrije meningsuiting van de media. Het voegt er wel aan toe dat deze uitspraak niet de verplichting met ich meebrangt voor de emdia om alle archieven op een systematische en permanente manier hierop te onderzoeken. Wel moeten ze bij elke expliciete aanvraag daartoe de zaak grondig onderzoeken en een evenwicht vinden tussen de verschillende rechten.

Deze zaak heeft al heel wat inkt doen vloeien in ons land. Als deze beslissing wordt bevestigd door de Grote Kamer van het EHVRM zou dit een gevaarklijk precedent zijn voor uitgevers. Er is momenteel geen enkele wet noch deontologische regel die het recht op vergetelheid oplegt. (Conseil de déontologie journalistique (s.d.), Le droit à l’oubli, consulté le 22-11-2021).

Meer nog, journalisten en media verzetten zich principieel tegen de mogelijkheid om de inhoud van hun digitale publicaties te verwijderen op grond van het algemeen belang en het recht op informatie. Ze beschouwen dit als een censuur a posteriori die veel weg heeft van een herschrijven van de geschiedenis en een logica van een recht op vergetelheid in strijd met ons collectief geheugen. De media erkennen echter wel degelijk date en gelijkaardig artikel kan worden vervolledigd of zelfs gecorrigeerd indien fouten zijn vastgesteld of indien het dossier zo is geëvolueerd dat het een aanpassing rechtvaardigt.

Het Europees Hof heeft zich overigens eerder al eens uitgesproken in die zin toen twee Duitse burgers een verzoek indienden om hun namen te verwijderen uit een moordzaak waarvoor ze enkele tientallen jaren voordien waren veroordeeld. Het Hof oordeelde toen ook dat er zelfs een risico zou bestaan op zelf-censuur en waarschuwde de media om dergelijke persoonlijke elementen als naam en voornaam zeker niet weg te laten in hun archieven. Dat zou, zoals eerder al gewaarschuwd door uitgevers zelf, niet overeenstemmen met de rol van de pers en de opdracht van journalisten.

Het EHVRM heeft deze redenering nu dus niet gevolgd. Het verschil volgens het Hof is de onbekendheid van de betrokkene in deze zaak en het gebrek aan algemeen belang om ook hier de herkenbaarheid te bewaren.

Een bevestiging van de uitspraak door de Grote Kamer van het EHVRM zou een gevaarlijk precedent zijn en een onhoudbare situatie voor de uitgevers. Gevaarlijk omdat het kan leiden tot herschrijven en uitwissen van geschiedkundige feiten alsook zelfcensuur in tegenstellng tot de taak van de pers in onze democratie zoals aangegeven door het Hof zelf in eerdere uitspraken. Een eenvoudige bevestiging zou er ook kunnen toe leiden dat een tsunami van aanvragen terecht komt bij de redacties die het onmogelijk maken om elk individueel dossier tot in de details uit te pluizenen evenwichtig te beoordelen waardoor het uiteindelijk zou leiden tot zelfcensuur en het weglaten van individuele persoonlijke elementen als naam en voornaam.

Met andere woorden : de digitale archivering komt in gevaar. Een recht op vergetelheid toelaten in journalistieke archivering houdt het risico in dat het verwordt tot een recht op verwijdering of herschrijven van informatie en dus het beperken van het recht op informatie en de notie van archivering die toch een origineel, niet gewijzigd document vereist.

Zin om meer te lezen?